Inhoud
- Veel voorkomende patiëntencategorieën passeren de revue die je in de acute hulpverlening zult gaan tegenkomen. Dit zijn patiënten met cardiale, neurologische, interne, pulmonale, trauma, psychiatrische en verloskundige problemen. Het accent ligt op veelvoorkomende aanvragen van ketenpartners.
- Naast het methodisch uitvragen ga je aan de slag met het klinisch redeneren als ondersteunend hulpmiddel. Je moet in staat zijn om adequaat en efficiënt op (mogelijke) problemen te reageren. Klinisch redeneren helpt situaties te overzien, te analyseren, te onderzoeken, aan te pakken en te bewaken. Zo worden problemen voorkomen, de juiste acties eerder gestart en de patiëntveiligheid bevorderd.
- Tijdens de opleidingsdagen maken we gebruik van activerende werkvormen. Theorie wordt afgewisseld met oefenscenario’s die we in de simulatiemeldkamer uitspelen.
- Dit thema voorziet niet in ondersteuning en training van ICT-vaardigheden.
Voor wie?
- (BIG-geregistreerde) verpleegkundigen en doktersassistenten niveau 4.
- Gedurende de opleiding heb je een dienstverband of detacheringsovereenkomst bij een regionale ambulancevoorziening (RAV) of zorgcoördinatiecentrum.
Dit thema is een verplicht onderdeel van de volgende opleiding(en):
Je werkt aan de volgende EPA’s:
- AZ-VCMKA-1
- AZ-VCMKA-2
Programmatisch toetsen
Het thema gaat uit van programmatisch toetsen. Tijdens de opleiding ontwikkel je complexe vaardigheden en competenties die je nodig hebt op de arbeidsmarkt maar die niet in één toets te vangen zijn en vragen om een bredere kijk. Bij programmatisch toetsen verzamel je datapunten met feedback in een portfolio om je ontwikkeling en voortgang te monitoren en onderbouwen.
Afronding – datapunten
Dit thema wordt afgerond met een productbeoordeling voor de verwerkingsopdracht ‘Casusanalyse’, deze moet afgerond worden met een voldoende.